Jeanet den Haan nieuwe bestuurder MHR
‘Iedereen heeft eigen kracht en regie, alleen is daar soms wat ondersteuning bij nodig’
Jeanet den Haan is sinds kort mentor en bestuurder bij Stichting Mentorschap Haag en Rijn. Zij is 62 en woont samen met haar vrouw Connie in Noordwijk. Als sportieve wandelaar is ze vaak op het strand te vinden. Begin 2020 stopte ze met werken. Met betaald werk voegt ze hier aan toe, want informeel is ze zo links en rechts nog volop bezig met zorgen voor mensen. Jeanet: ‘Ik ben gestopt, omdat ik het tijd vond voor wat bezinning. Een van mijn doelen was om veel te gaan reizen. Helaas gooide Corona roet in het eten. Maar daardoor heb ik veel dingen hier in Nederland en vlak over de grens ontdekt. Je moet het doen binnen de mogelijkheden die er zijn en daar haal ik veel voldoening uit. Zo zit ik ook in elkaar: pluk de dag en geniet van de dingen die om je heen gebeuren en dat kan heel klein zijn.’
Zorgen voor kwetsbaren in de samenleving
Na de opleiding orthopedagogiek, ging Jeanet verkennend aan de slag als groepsleider in de verpleeghuiszorg, de gehandicaptenzorg en de psychiatrie. ‘Ik koos uiteindelijk voor de gehandicaptenzorg. Dat zorgen voor de kwetsbaren in deze samenleving past bij mij.’ Ze groeide door naar beleidsmedewerker en senior-beleidsmedewerker en maakte toen de overstap naar een zorgverzekeraar. Eerst als zorginkoper van AWBZ-zorg en daarna als manager van de afdeling AWBZ-zorg. ‘Daarna ben ik weer teruggekeerd naar de gehandicaptenzorg, waar toch mijn hart en passie liggen. Ik werd directeur zorg en plaatsvervangend bestuurder bij Stichting het Raamwerk. Ik koos bewust voor een middelgrote organisatie, want ik houd van korte lijntjes en niet teveel hiërarchie. Ik heb hier op het snijvlak van welzijn en maatschappelijke zorg met verschillende initiatieven mijn steentje bij kunnen dragen.’
Macht en tegenmacht
Een half jaar nadat ze gestopt was met werken begon het te kriebelen bij Jeanet. Ze wilde weer iets gaan doen en meldde zich aan als mentor bij Mentorschap Haag en Rijn. ‘Ik kwam tijdens mijn werk al in aanraking met mentorschap. Daar zag ik hoe belangrijk het is dat er iemand naast een cliënt staat. Iemand die opkomt voor zijn belangen. Anders krijg je een eenzijdigheid die niet goed is, bijna zoals macht en tegenmacht. Ik weet dat een mentor soms ook als lastig wordt ervaren door medewerkers. Ik denk dan: luister naar de verschillende perspectieven die er zijn en wees open en kritisch. Weeg, overweeg en houd het belang in de gaten van de juiste beslissingen.’
Uit mijn comfort zone
Jeanet volgde de basiscursus mentorschap. ‘Tijdens de cursus merkte ik dat de coördinatoren en docenten hele enthousiaste en professionele mensen zijn. Dat vind ik heel belangrijk. Ook de diversiteit in cursisten, zoveel verschillende achtergronden en ideeën, maakt het heel interessant om dit te gaan doen.’ Jeanet wilde graag starten met een cliënt waar ze, zeker in het begin, net dat stapje extra voor zou moeten doen. ‘Ik wilde ook graag uit mijn comfort zone treden en dus geen cliënt uit de gehandicaptensector. Ik ben nu gekoppeld aan een cliënte uit de verpleeghuiszorg, met de ziekte van Huntington. De rechter heeft nog geen uitspraak gedaan, maar ik ben alvast begonnen met het opbouwen van een relatie.’
Vragen, vragen en doorvragen
Toen een coördinator Jeanet vroeg of ze ook interesse had om bestuurder te worden bij de Stichting moest ze daar eerst goed over nadenken. ‘Ik wist niet zeker of ik daar wel zin in had en van toegevoegde waarde kon zijn voor het huidige bestuur. Toen ben ik een keer gaan praten, want ik heb altijd eerst veel informatie nodig. Een van mijn motto’s is ook: vragen, vragen en doorvragen. Uiteindelijk kwam ik tot de conclusie dat ik de deskundigheid en ervaring die ik in mijn werk heb opgedaan graag weer wil delen.’
De menselijke maat
Door haar achtergrond in de zorg heeft Jeanet veel inhoudelijke kennis over de systemen en de financiering in de zorg. In haar werk had zij ook veel contact met gemeenten over inhoud en financiering en zij heeft een breed netwerk van zorgorganisaties. ‘Ik heb me in mijn werk veel bezig gehouden met vraagstukken als: wat is de menselijke maat en hoe zorg je ervoor dat de menselijke maat voor ligt aan de financiën en de systemen. Hier heb ik tijdens mijn werkzame leven hard voor gestreden en nu krijg ik de kans om hier op een ander niveau opnieuw aan te trekken. Bij de aansturing van de mentoren is dit een van de belangrijkste elementen. En hoe zorg je dat je hierin goed zichtbaar wordt als organisatie. Dat is een van de speerpunten die we de komende jaren hebben.’
Organisch groeien
‘Het aantal cliënten zal in de toekomst groeien. Eenzaamheid neemt toe en mensen hebben een steeds kleiner netwerk om zich heen. Er wordt verwacht en geëist van mensen dat ze de eigen regie nemen. Iedereen heeft eigen kracht en eigen regie, maar soms hebben mensen veel ondersteuning nodig om dit ook uit te kunnen oefenen. We zullen groeien als organisatie, maar dit moet geen gedwongen groei zijn. We moeten organisch groeien en steeds op zoek blijven naar de juiste match tussen cliënt en mentor. Dat is de kracht van onze organisatie.’